renhjonker.reismee.nl

15 - De terugweg

zondag 19 juli/m zondag 2 augustus 2015

We vertrekken richting camping Le Tedey in Lacanau. Bij aankomst vallen er twee dingen op.
1: de telefooncel is weg en 2: er is verder niets veranderd sinds wij 28 jaar geleden voor het eerst op deze camping aankwamen. Om 18.30 komt Mr. LeGrand om ons 2 fietsen te verhuren, nog steeds loopt hij rond met een aktetas waar hij de paspoorten van fietshuurders in bewaart. Ik protesteer wederom en zeg dat ik mijn paspoort niet afgeef en dit keer accepteert hij mijn ACSI ID kaart. Scheelt ons een wandeling van 7 km vv naar Lacanau Océan.
We ontbijten met een echt Frans stokbrood en een croissant en stappen daarna op de fiets en rijden door het bos naar Plage Sud. De fietsenstalling is leeg, we zijn de eersten, en de aanblik van het mooie zandstrand en heerlijke golven voelt als vanouds. Op woensdag is het marktdag in Lacanau OcĂ©an dus op de fiets er naar toe. We kopen groenten, fruit, vanillestokjes en natuurlijk een gegrild kippetje vol knoflook. De chi-chi bakker staat er nog steeds en ik vraag hem hoe lang hij al op deze markt staat. Ik schat zo’n 30 jaar, maar het blijkt 32 jaar te zijn. Ook nemen we nog een bougie-citron mee, een kaars in een harspotje tegen de muggen, of gewoon omdat het in Lacanau op tafel hoort te staan.
Donderdag 23 juli komen Niels en CĂ©line naar Bordeaux vliegen dus we poetsen wat in de caravan en gaan naar Le Clerc in St. Medard om boodschappen in te slaan, daarna naar de Decathlon waar we voor de kids strandhanddoeken willen kopen. Niels en CĂ©line landen mooi op tijd en om 19.30 uur zitten we op de camping aan een drankje. Ze hebben koffie, drop en stroopwafels bij zich en Henk en ik krijgen nog een heel speciaal cadeau. Daar vertel ik later meer over.
De dagen dat ze bij ons logeren zijn echte stranddagen dus we gaan naar het strand. Het stormt in Nederland en dat is bij ons te merken aan de super hoge golven. We genieten allemaal van het heerlijke zonnetje en de ontspannen sfeer. Natuurlijk mag een spelletje jeu-de-boules niet ontbreken en Henk en ik verliezen omdat CĂ©line in topvorm is. Misschien krijgen we hier ooit nog wel eens een revanche.
Het aftellen is nu echt begonnen, de kalender wordt dun, heel dun.
We trekken verder naar het noorden en komen na 435km aan op camping de la Route d’Or in ville de la Flùche, een aardig stadje aan de rivier Le Loir. Verder noordwaarts voor een stop over in Port-Le-Grand nabij Abbeville waar we op camping Chñteaux les Tisseuls 2 nachtjes blijven om zwarte zaterdag op de Franse autoroute te vermijden.
Onze allerlaatste vakantiedag brengen we door aan de kust van PicardiĂ«. In plaats van in de file te staan gaan we naar de markt in Onival/Ault en wandelen we zo’n 65 m hoog over de spectaculaire krijtrotsen.
Zondag 2 augustus rijden we de laatste 509km terug naar huis. Het is rustig op de weg en we belanden nergens in de file. Het voelt vreemd om weer thuis te zijn, maar het eigen bed en toilet lonken. Het besef dat het er nu echt op zit maakt ons toch een beetje weemoedig. Het huis ziet er prima uit en de tuin ook.

Allen bedankt voor het met ons meereizen, wij vonden het fijn om jullie reacties te zien, bedankt daarvoor.

Het is fantastisch zo lang op reis te zijn en we raden het iedereen aan !!

14 - Picos de Europa - Spanje

woensdag 8 juli/m zondag 19 juli 2015

Na een tweedaagse tussenstop in Tordesillas, komen we aan in Noord Spanje op camping El Helguero nabij het plaatsje Ruiloba. Na al die warmte vinden wij 25 graden een verademing en we gaan op pad naar het kustplaatsje Comillas. Door het stadje lopen twee wandelroutes, geel en rood, maar de route(s) staan vreemd aangegeven zodat we van beide routes de belangrijkste bezienswaardigheden eruit pikken. Zo komen we bij een prachtig onderkomen voor de Santiago de Compostella lopers (en fietsers). Overigens komen we tijdens onze diverse wandelingen in de omgeving regelmatig de gele pijlen van De Camino tegen en veel wandelaars ook, de Ă©Ă©n met ferme pas en een ander met een vermoeide blik in de ogen.
In het centrum van Comillas, bij het gemeentehuis en de kerk strijken we neer op een terrasje en terwijl we van onze cortado’s genieten, komen er bruiloftsgasten naar de kerk lopen, de dames hebben het moeilijk op hun naaldhakken op de kasseien en sommigen gaan dan ook flink onderuit. Altijd leuk...mensen kijken. Wie heeft ook al weer de naaldhakken uitgevonden?
We vervolgen onze wandeling door de stad en bezoeken El Capricho de Gaudi, een fraai huis dat aan de buitenkant versierd is met vele tegels met keramische zonnebloemen.
Dit is de streek van de cider, dus bestellen we een fles, eten er heerlijke pincho’s bij, staande aan een wijnvat. We voelen ons net Spanjaarden.
Op een onbewolkte dag gaan we het gebergte Picos de Europa in en nemen de kabelbaan Fuente DĂ© die ons van ca. 1000m naar een hoogte van ca. 2000m brengt. We hadden iets meer sneeuw verwacht, maar het uitzicht is ruig en prachtig. Op de terugweg kopen we op de markt in Potes Cabrales, een pittige blauwader kaas gemaakt van geiten-, schapen- en koemelk typisch voor deze streek. Pittig is hij zeker

We zijn van plan het bergstadje Bulnes nog te bezoeken dat alleen bereikbaar is per kabelspoor, maar daar aangekomen liggen de bergen in een dikke mist en daarom wandelen we naar een ander uitzichtpunt. Niet echt een makkelijke klim want op diverse plaatsen hebben steenlawines het pad bedolven. Maar aan het eindpunt wacht hotel/rest Poncebos waar we dankbaar onze dorst lessen en een bocadillo jamon eten om weer op verhaal te komen.
We zitten aan de kust, dus hebben we een stranddag tussen de Spanjaarden op het mooie zandstrand van Comillas. Prachtig helder water, maar een stuk kouder dan in Portugal.
De tijd tikt door en opeens is het alweer 17 juli en wordt Henk 64 jaar. Geen cadeau van mij, maar wel vele apps, mails en FB gelukwensen. Het is een stralende dag dus op naar het strand, gelegen in een kleine baai tussen hoge kliffen, dat we daags ervoor hebben ontdekt.

Het wordt tijd om Spanje te verlaten want het eind van onze reis komt in zicht.
En waar kun je zo’n reis nu beter afsluiten van op onze “oude” camping Le Tedey in Lacanau. Dus vertrekken we richting Lacanau met een tussenstop in Urrugne, Frankrijk op 8 km over de Spaanse grens. Tegen 18.00 komen er donkere wolken aandrijven en ja hoor: regen.
Niet heel veel, maar genoeg om alles op te ruimen, vroeg naar bed en morgen kijken of de telefooncel nog op Le Tedey staat.

A bientĂŽt !

13 – Extremadura - Spanje

Week 14 en 15, dinsdag 23 juni t/m dinsdag 7 juli 2015

We vertrekken weer richting Spanje, reisdoel Extremadura en de steden van de conquistadores.
Als we Spanje binnen rijden vallen de groene rijstvelden op, een afwisseling na al dat graan, maar even verderop verandert het landschap alweer snel in graan, kurkeiken en olijfbomen. Als we op een keer stoppen bij een pas van zijn kurk ontdane kurkeik staat daar toevallig een gids die vertelt dat de kurk Ă©Ă©nmaal in de 10 jaar wordt geoogst. Op de boom wordt dit jaar het getal 5 met witte verf geschilderd en de kurk mag er pas in 2024 weer vanaf worden gehaald.

Aangekomen in MĂ©rida, de hoofdstad van Extremadura, bezoeken we uiteraard de stad.
DĂ© stad voor het overzicht van Romeinse cultuur op korte afstand van elkaar gelegen. Er valt veel te bekijken dus kopen we weer een combiticket, dit maal voor maar liefst 6 bezienswaardigheden. Henk wordt aangezien als pensionado dus voor hem geldt de helft van de prijs, de bofkont. Het kost hem dus 6 hele euro’s. Logisch dat voor deze prijs het onderhoud hier en daar te wensen overlaat.
We zien o.a. het Circo Romano, het Romeinse theater - nog altijd een podium voor klassiek toneel - een amfitheater, tuinen en de ruĂŻnes van een Romeins huis waarvan ondergrondse zuilengangen en grote stukken mozaĂŻek bewaard zijn gebleven.
Het pronkstuk van deze stad vinden wij het Museo Nacional del Arte Romano. De halfronde bogen van de centrale hal zijn even hoog als die van het plaatselijke aquaduct. Mijn voorkeur gaat vooral uit naar de mozaïeken. Op een van de foto’s kun je zien dat de Romeinen een beetje geholpen worden met het onderhoud ;-)
In het centrum staat de tempel van Diana uit de 1e eeuw n.C. en aan de rand van de stad hebben we vanaf het Moorse Alcazaba een mooi uitzicht op Rio Guadiana met de oude en nieuwe brug.
Vanuit MĂ©rida bezoeken we Zafra, vol witte en pastelkleurige huizen en vensterbanken vol bloeiende planten. Het centrum, bijgenaamd klein Sevilla, heeft twee pleinen vol arcades en natuurlijk lessen wij hier onze dorst.

Onze volgende stop is CĂĄceres, sinds 1986 op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het oude centrum is omgeven door muren gebouwd door 12de-eeuwse moslimheersers. De architectuur is een mengeling van stijlen. Omdat veel straten te smal zijn voor auto’s ziet het er onbedorven uit. Wij wandelen er doorheen en zien, behalve oude gebouwen, diverse galerieĂ«n die de producten van kunstenaars uit de omgeving tentoonstellen. Ik zie hier weer een workshopje aankomen dames .
In een kaaswinkeltje proef ik de plaatselijke Torta de Casar, een heerlijke stinkkaas die ik later in een restaurant als voorgerecht gegratineerd eet, mét knapperige toastjes Gerard, en wegspoel met een koel glas Cava. Arme Henk
wat een lucht komt er van af, maar ik vind het heerlijk.
Vanuit CĂĄceres rijden we naar het stadje Trujillo, bekend van conquistador Francisco Pizarro, hij veroverde o.a. Peru. We nemen een kijkje in zijn huis waar een schilderij hangt met een overzicht van de producten die men toen meenam uit Europa naar Amerika en v.v.
Op de camping aangekomen willen we een duik nemen in het zwembad, maar dat hebben de inwoners van CĂĄceres ook bedacht, het is een mierenhoop in het water en we vertrouwen de kwaliteit van het water ook niet erg, dus dan maar regelmatig een koele douche bij ons badhuisje op de plek.
Om de ooievaars te zien, die hier in grote getalen broeden, komen we uit in Arroyo de la Luz. We willen hier het altaar van de kerk zien. De kerk zit op slot, maar de plaatselijke “dorpsjeugd” verwijst ons naar het gemeentehuis. In het gemeentehuis worden wij verzocht even te wachten, waarop na een minuut of vijf de “priest” ons komt halen met de sleutel van de kerk. In alle rust kunnen wij het altaar met zijn schilderijen bekijken.

Onze volgende stop is Plasencia, gelegen aan de rand van het nationale park MonfragĂŒe. Hier beklimmen wij de heuvels naar het TorrĂ©jon el Rubio, een vervallen kasteel, maar met een pracht uitzicht over de rivier de Taag en de enorme rots waar de gieren nestelen. De grote vogels cirkelen regelmatig over ons heen en we spotten zelfs jongen in de nesten. Gaaf

Tijdens een tripje naar het leisteengebied, Las Hurdes, ontmoeten we Nederlanders die hier wonen en zij vertellen ons dat vanaf 15 juni in de riviertjes in de bergen schotten worden geplaatst waardoor natuurlijke zwembaden ontstaan. Ze laten ons een aantal foto’s zien en tja met regelmatig temperaturen van rond de 40gr op de thermometer lijkt dit ons wel wat. Dus we gaan op pad en zwemmen tussen de Spanjaarden in het koude water brrrrr. We koelen er in elk geval lekker van af.

Op de terugweg hebben we het erover dat er door de Spanjaarden nog veel gerookt wordt en, geloof het of niet, we belanden tussen velden vol tabaksplanten met de typische drooghuisjes ertussen. Het zal dus wel aan de streek liggen.

Omdat de temperatuur erg hoog blijft de komende tijd, besluiten we om Toledo en Madrid voor een andere keer over te laten en richting het koelere noorden te gaan.
Momenteel zijn we aangekomen in Tordesillas, tussen Salamanca en Valladolid. Dit is de tussenstop richting het nationale park Picos de Europa waar we een camping aan de noord Spaanse kust gaan zoeken.

ÂĄHasta la proxima!

12 - De Alentejo - Portugal

Week 13, dinsdag 16 juni t/m maandag 22 juni 2015

Ons volgende doel is De Alentejo, de provincie tussen de Taag en de Algarve en die onder andere bekend staat om zijn heerlijke wijnen. Die willen wij natuurlijk proeven.
Wuivende goudkleurige korenhalmen beslaan grote golvende vlakten en er groeien veel kurk- en olijfbomen. Wij gaan de witte dorpjes in het noorden bezoeken die liggen op steile, granieten berghellingen. We starten in Évora, de hoofdstad van de Alentejo waarvan het oude centrum op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. We zien de Romeinse tempel uit de 2e of 3e eeuw die dienst heeft gedaan als wapendepot, theater en slachthuis. De winkeltjes in Évora verkopen veel van kurk gemaakte artikelen, zoals tassen en soepel vallende kleding. Een raadsel hoe men kurk zo soepel maakt dat je er kleding van kunt maken.
Een 9 km lang aquaduct bracht oorspronkelijk het water naar de marmeren fontein op het Praça de Giraldo – de grote markt. Wij lessen hier onze dorst met een Caneca en een cerveja sem alhocol. Het leven is goed.
Op de rotsachtige heuvels liggen veel kastelen dus maken we een drie kastelen tocht. Nummer 1 staat in het middeleeuwse Monsaraz dat herhaaldelijk te maken kreeg met Spaanse aanvallen, maar in 1381 kwam het gevaar uit onverwachte hoek. Troepen van de Graaf van Cambridge, bondgenoot van Portugal, waren razend vanwege onbetaalde soldij en de verbroken verloving van de graaf en de dochter van Fernando I en richtten hun woede op Monsaraz.
Heden heb je vanaf de granieten muren uitzicht op het enorme reservoir met een indrukwekkende dam.
Nummer 2 – Mourão, ligt er verlaten bij en nummer 3 - Portel, vanaf een afstand fantastisch, maar helaas ook in verval.
Het is heet, boven de 35 graden, maar camping Urbitur heeft een heerlijk zwembad.
Later besluiten we om het toch nog een keer te proberen en beklimmen het kasteel van Evoramonte. Een fraai met veel beton gerestaureerd geheel en versierd met bijzondere stenen “touwen”. Boven wacht ons wederom een wijds uitzicht. Verder naar Redondo, een typisch Portugees stadje met witte huizen waarvan de onderzijde van de muren okergeel of blauw zijn geverfd. Er gebeurt in Portugal veel binnen, waarschijnlijk omdat het binnen in deze witte huizen lekker koel is. Je moet soms letterlijk ergens naar binnen(kijken) om te zien of er een cafĂ©, restaurant of pottenbakker huist.
Zo zien we twee groepen mensen heel druk bezig met enorme hoeveelheden versieringen voor het bloemenfeest van 1-9 augustus. Uiteraard vraag ik naar het hoe en waarom, waarop een jonge man me meeneemt naar zijn auto en ik krijg een mooi gefröbelde bloem die in een terracotta potje wordt gestoken. Vanaf nu fleurt het in elk geval onze tafel op.
We rijden ca. 90 km naar het oosten en slaan ons kamp op bij het vestingstadje Elvas op 12 km van de Spaanse grens. Vanaf camping Parque Campismo Elvas Cone Senhor Jesus Da Pidade – hoe zegt u? - lopen we naar het indrukwekkende Aqueduto da Armoreira. Toen de enige drinkwaterbron van de stad opdroogde kregen verontruste burgers het idee om een aquaduct te bouwen vanaf de bron in Armoreira, 8 km verderop. De werkzaamheden begonnen in 1498 maar pas in 1622 was het aquaduct gereed. Het aquaduct bestaat uit 843 bogen verdeeld over vijf niveaus en bereikt hoogten van ruim 30 meter en voorziet de fontein in de stad nog steeds van water. Indrukwekkend !
Op Vaderdag – Roel en Niels bedankt voor “de luciferdoos” – gaan we naar Vila Viçosa en bezoeken we het buitenverblijf van de hertogen van Bragança – het Paço Ducal met zijn 110 m lange gevel.
Een fraai stadje met straten vol sinaasappelbomen en grote huizen van wit marmer.
Omdat er op de camping geen wifi is, maar wel in het centrum van Elvas, bezoeken we op 22 juni – mijn verjaardag – nogmaals Elvas en het aquaduct. We krijgen er geen genoeg van.
Het Kasteel is gesloten, maar In het ronde deel van het kasteel zit de keramiek workshop van Luís Pedras, hij maakt traditionele muziekinstrumenten, de Ronca’s. Ik vind hier mijn verjaardagscadeau. En tijdens de koffie met gebak pingelen de felicitaties binnen via apps en mailtjes. Allen heel hartelijk bedankt voor de goede wensen.

11 - Algarve 2 - Portugal

Week 12, maandag 8 juni t/m maandag 15 juni 2015

Henk en ik rijden naar het plaatsje Silves, bekend om de export van citrusvruchten en de kurkproductie, om het Castelo te bezoeken. Een monument van de islamitische heerschappij in de Algarve en gebouwd op de locatie van 4e-eeuwse Romeinse vestingwerken me een prachtig uitzicht over oa de rivier de Arade. In het archeologisch museum maken we kennis met 8000 jaar menselijke aanwezigheid in deze streek.

Inmiddels zijn Ciska en Jan Kees verhuisd naar Alvor en gaan we gezamenlijk naar Sagres.
Sagres is het meest zuidwestelijk gelegen plaatsje van het Europese continent met op de steile rotsen een vrijwel onneembaar 18de-eeuws fort dat recentelijk is gerenoveerd. Op de binnenplaats is een kerkje en ligt de Rosa de Ventos, een reusachtige windroos ook wel een windkompas genoemd. Deze werd gebruikt om de windrichting te meten. De cirkel heeft een diameter van 43 m en de omtrek en radiaalpunten zijn gemarkeerd met grote kiezelstenen. We lopen de panoramische wandelroute en komen bij een soort tochtgat waardoor we de golven van de oceaan ver onder ons te pletter horen slaan op de rotsen, maar het meest vreemde zijn toch de vissers die zo’n 40 m boven de zeespiegel bizarre trucjes uithalen om een vis aan de haak te slaan.

We maken In Alvor met Ciska en Jan Kees nog een lange strandwandeling en zij nemen ons mee uit eten voordat we afscheid van elkaar nemen. Bedankt voor de gezellige dagen, jullie hebben ons heel wat mooie plekjes in de Algarve laten zien, die wij zelf nooit hadden gevonden.

Henks favoriete uitje is natuurlijk een dagje shoppen. We gaan naar de Apolónia, een supermarkt met alleen maar buitenlandse artikelen. Ze hebben hier van alles, van Bolletje beschuit, Colman’s Engelse mosterd tot Maple syrup. Door naar de Artesanato’s – de potteries. Henk geniet hahaha.
‘Avonds appen Niels en CĂ©line dat ze, als wij nog naar Lacanau gaan, zij wel zin hebben in een lang weekendje zon. Dus gooien wij ons schema om, mailen Le Tedey en ja hoor er is plaats. Leuk !!!
Hoewel we nog een week of 6 moeten wachten voordat het zover is.

Omdat we er geen genoeg van kunnen krijgen gaan we op zoek naar nog meer rotsen in zee en ja...er zijn er veel. Vanuit AdP en vanuit Benagil lopen we richting Senhora de Rocha . De foto’s spreken voor zich
Prachtig toch. We eindigen ons Algarve avontuur bij Carvoeiro waar het strand vol ligt met grote schelpen.
Voorlopig geen strand meer, want we trekken verder naar het noorden.

Ik heb geprobeerd een video up te loaden, maar dit lukt vooralsnog niet.

Wie interesse heeft in de vissers van Sagres kijk hier:

https://www.youtube.com/watch?v=u_mk6vv6vjM

10 - Algarve - Portugal

Week 10 en 11, maandag 25 mei t/m zondag 7 juni 2015

Onze eerste kennismaking met de Algarve is het pittoreske kustplaatsje Tavira dat in het natuurreservaat Ria Formosa ligt. De stad ligt aan weerszijden van de rivier GilĂŁo, verbonden door een Romeinse brug. Veel huizen hebben filigreinbalkons en opvallende vierzijdige daken. Deze daken zijn mogelijk ontwikkeld tegen de plotselinge stortregens. Hier hebben wij tot nu toe nog niets van gemerkt. Alle dagen beginnen en eindigen met een strak blauwe lucht.

Voor de kust liggen diverse duineilandjes en we nemen regelmatig de veerboot naar Ilha de Tavira om te zwemmen in de Atlantische Oceaan die door de warme zee- en luchtstroming uit Noord-Afrika heerlijk van temperatuur is.
We maken een wandeling door het achterland, het is eigenlijk te warm en we zijn blij dat we voldoende water bij ons hebben. ’s Avonds eten we in Tavira “cataplana”. De cataplana is een soort koperen wok met een bol deksel waar een stoofgerecht, meestal met verschillende vissoorten, in wordt gekookt. Ik kies de viscataplana en Henk die met kip.

We trekken verder naar Armaçao de PĂȘra waar we op dezelfde dag als Ciska en Jan Kees aankomen. We ‘appen’ wat heen en weer en ’s middags wandelen ze de camping op. Wat een leuk weerzien, we kletsen en borrelen wat af en Henk steekt de bbq aan.
Met z’n vieren maken we een trip naar de kustplaatsjes, zoals PortimĂŁo, Alvor en Lagos. In Alvor nemen we een kijkje op de camping aldaar, maar we besluiten te blijven waar we zijn omdat we in AdP weinig last hebben van de piepkleine zwartje muggen Ă©n we hebben een heerlijk zwembad.
De Algarve staat oa ook bekend om zijn pottenbakkerijen. Wat een mooi geschilderd aardewerk verkopen ze hier. Iemand nog iets nodig?

We bezoeken de bergdorpjes Caldas de Monchique, waar Ciska en ik drinken van het geneeskrachtige water uit de verborgen fontein en we worden verliefd

op het leven (volgens de legende). We wandelen door de straatjes van Monchique dat op 458 m hoogte ligt en een mooi uitzicht heeft. Hier maakt men veel houten voorwerpen, met name klapstoeltjes die naar verluidt hun oorsprong vinden in de Romeinse tijd. In het centro drinken we wat op een pleintje. Ook proeven we van de lokaal gebrouwen Medronho (een drank gedestilleerd uit de vruchten van de aardbeiboom). De drank heeft de bijnaam ‘vuurwater’ en wij weten nu waarom.
In Altes gaan we op zoek naar de bronnen en het rad met schoepjes. We stappen een piepklein winkeltje in dat wordt gerund door een Engelse mevrouw. We kopen piri piri kruiden en zeezout. Ze vertelt ons dat als we echte kip piri piri willen eten dit moeten doen in het stadje Loulé in restaurant Jolibella.
Als we een dagje naar Loulé gaan om de markt te bezoeken moeten we de weg naar dit restaurant vragen. Eenmaal gevonden gebied de eerlijkheid me te zeggen dat we er ons neus voor opgetrokken zouden hebben, maar eenmaal binnen blijken de entourage en de kip fantastisch.

We gaan een dagje naar Albufeira, erg toeristisch met een heuse roltrap om boven aan de klif te komen, maar wel een mooi uitzicht over de zee en de stad.
We besluiten de volgende dag te gaan eten bij restaurant A Rampa, dus er wordt gereserveerd. Wat zien wij ’s morgens in onze kalender: ga eens uit eten bij A Rampa, een eenvoudig, maar keurig Portugees restaurant. Bestaat toeval?

Op een dag, na de koffie, rijdt Jan Kees ons naar de westkust, Odeceixe. Een mooie rit naar een fantastische baai/zee met grote gele kliffen. We genieten van het uitzicht.
We komen onderweg langs diverse Portugese molens. Bij een van de molens schieten we wat plaatjes. Er hangen terracotta kruikjes aan de wieken en Ciska vraagt aan een voorbijkomende mevrouw of ze weet waarvoor dat is. Wij dachten dat is voor de zwaluwen, maar het blijkt voor het geluid te zijn. De wind giert er namelijk doorheen in allerlei verschillende toonhoogtes.

Henk en ik maken een wandeling langs het Barragem (stuwmeer) bij São Bartholoméo de Messinas en komen onderweg huizen met veel verschillende schoorstenen tegen. Soms wel vier verschillend per huis.
Op een gegeven moment gaat de weg verder over een rivier – en ja helaas staat er dit keer water in – dus wat nu? Er is een spoorbrug over de rivier, dus we klauteren omhoog en via de spoorbrug bereiken we de overkant. Gelukkig maar, want teruggaan was geen optie.

Até a próxima

09 - Sevilla

Week 9, maandag 18 mei t/m zondag 24 mei 2015

Maandag 18 mei vertrekken we naar camping Vilsom in Dos Hermanas, een plaatsje op 10 km vanaf Sevilla. Bij de bushalte staat een vriendelijk meneer van de tourist office en we krijgen een goede plattegrond van Sevilla en de mogelijkheid om plaatsen voor een Flamenco show te bespreken. Sevilla is niet in één dag te bezichtigen dus we trekken er een paar dagen voor uit en beginnen met het stadsdeel El Arenal. De bushalte is echter bij het Palacio de San Telmo, een paleis in 1682 gebouwd als zeevaartschool. De voorkant, het Plaza de España, wordt gesierd door landschap scÚnes op keramische tegels. Henk strijkt neer bij Cådiz en ik bij Barcelona om te genieten van deze indrukwekkende trekpleister, met uitzicht op het Parque Maria Louisa.
We wandelen langs de rivier en via de Moorse Torre del Oro komen we aan bij ‘onze’ derde arena. De rondleiding leert ons dit keer dat de stieren dus wel worden gedood en de 600 kg vlees (per stier) gaan naar de plaatselijke slagers.
Verder naar de kathedraal en we beklimmen La Giralda – de klokkentoren – voor een schitterend uitzicht over de stad. ’s-Avonds is het tijd voor de flamenco, zeg maar de ziel van AndalusiĂ«. De flamenco is niet zomaar een dans, maar een krachtige artistieke uitdrukking van levensvreugde en verdriet. Ons tablao (flamencovoorstelling) bestaat uit vier mensen. Het ritme wordt aangegeven door de gitaar, net zo belangrijk als het handgeklap en het stampen van de voeten van de dansers. We genieten, wat een expressie.
We vervolgen ons bezoek aan Sevilla en nemen stadsdeel Santa Cruz onder de loep waar we onder andere het Real AlcĂĄzar bezoeken. Het heeft veel weg van het Alhambra omdat er veel stucwerk van kunstenaars uit Granada te zien is. Weer komen we ogen te kort.

We pakken nog even het Archivo de Indias mee, de koopmansbeurs vol met documentatie betrekking op de Spaanse kolonisatie van Amerika. Momenteel wordt er aan de digitalisering gewerkt. Dat kan nog even duren, want er zijn vele zalen met wanden vol documentatie.

Op een ochtend worden we gewekt door harde knallen, die door de Nederlanders op de camping bestempeld worden als oa verfbommen, riolering doorspuiten, schieten op wild. Maar het blijkt de aankondiging van het vertrek van de broederschap van Dos Hermanas die vertrekt voor de Romería, een pelgrimstocht naar het kerkje in het dorpje El Rocío, zo’n 100 km naar het zuiden. Het levert ons in elk geval wat leuke plaatjes op.

Wij spannen ons stalen ros voor de wagen en rijden richting Portugal.

08 - Costa del Luz – de Kust van Licht

Week 8, maandag 11 mei t/m zondag 17 mei 2015

We trekken 160 km verder naar het westen in komen aan op camping Las Dunas in El Puerto de Santa Maria. Vanaf hier zullen we een bezoek brengen aan oa CĂĄdiz en Jerez de la Frontera.
Naar het schiereiland CĂĄdiz nemen we de pont en na een klein half uur varen zien we de skyline van de stad, met een imposante kathedraal en een enorme brug in aanbouw. In 1812, werd hier de eerste grondwet van het land getekend en werd de stad korte tijd hoofdstad van Spanje. We drinken een cortado en wandelen via de in kleur aangegeven lijnen op de grond (wij kiezen paars en groen) door de stad. De route voert ons door gezellige nauwe straatjes naar oa het museum.
In El Puerto gaan we naar de Bodega Osborne, helaas vandaag geen rondleiding, maar wel in de Arena. We kiezen een guided tour en “Reyes” vertelt ons hoe het toegaat in de Arena, de voorbereiding voor een stierengevecht duurt zo’n 6 uur. Er zijn altijd 8 stieren (2 reserve) en 3 toreadores. De stieren moeten worden gewogen en op het gemak worden gesteld. Tijdens het gevecht staat er een team van 20 artsen stand-by en een ambulance. Spartaans zijn de ziekenhuisbedden en de onderzoekkamer, die er meer uitziet als een ruimte waar een gynaecoloog zich uit kan leven aan de door vrouwen het minst gewaardeerde onderzoek.
Na de wedstrijd, de stieren mogen alleen boven op de rug in het vet worden gestoken (dus niet gedood !) volgt de ceremonie met de vlaggen. Witte vlaggen voor de toreador (3 toegekende witte vlaggen is het hoogst haalbare) en een kleur voor de stier. Raad eens wat de kleur voor de beste stieren performance is
.

We gaan verder naar het plaatsje SanlĂșcar de Barameda, want dit is nu eenmaal dĂ© sherrystreek en proeven zullen we. Dit lukt in Bodega Barbadillo, waar we een witte sherry, Manzanilla, proeven van zo’n 15%. Manzanilla wordt voornamelijk voor de Spanjaarden gebrouwen, de zogenaamde slurp sherry natuurlijk. Een beetje ziltig dus heerlijk bij een visgerecht. De iets hogere percentages zijn meer voor de export. Op onze rit door deze streek verwachten we natuurlijk veel druivenstokken tegen te komen, maar niets is minder waar. Grote delen zijn beplant met zonnebloemen en er staan vele percelen met zonnepanelen.
Deze week bereikt de temperatuur voor ons een hoogtepunt 38.4°C dus even rustig aan.
Als de temperatuur weer iets zakt nemen we de trein naar Jerez en bezoeken oa het AlcĂĄzar omringd door bomen met paarse bloesem. Wie weet hoe de boom heet, mag het zeggen.
We bezondigen ons aan de churros, de Spaanse variant van de chichi.

Bijna net zo lekker en zeker net zo vet.